Toen onze eerste zoon 6 weken te vroeg ter wereld kwam, waren we op z’n zachtst gezegd niet erg voorbereid. Ja, de kinderkamer was klaar. En ik had als nanny al heel veel ervaring met kinderen, ook met jonge baby’tjes die ik vanaf de geboorte mocht verzorgen. Maar een prematuur jongetje wat in de couveuse moest, en niet veel meer woog dan 2 pakken suiker, was andere koek.
Ik ging er volledig vanuit mijn instinct in. De bevalling was niet echt een eitje leggen, het ziekenhuis was overbevolkt en we moesten lang wachten tot we geholpen werden. Toen hij uiteindelijk geboren was, mocht hij even bij me liggen maar hij werd al snel in de couveuse gelegd en meegenomen. Ik sommeerde (ja, dat doe je als je in een bevalsituatie bent) mijn man om met hem mee te gaan. Opeens was ik als de dood dat mijn kersverse baby verwisseld zou worden of er iets anders ergs gebeurde als we niet bij hem waren. “Laat hem niet alleen!” riep ik nog gauw.
Ik moest zo snel mogelijk achter ze aan. Net bevallen of niet, het feit dat hij nog zo klein was en ik niet bij hem kon zijn, was niet draaglijk. Helaas moest ik wachten tot ik verzorgd werd en dat duurde me veel te lang. Na een dik uur werd ik dan eindelijk, met bed en al, naar de couveuse afdeling gereden. Een zoete, weeë geur kwam me tegemoet. Overal piepjes en grafiekjes. Het was er halfdonker, midden in de nacht. De meeste baby’tjes sliepen, de verpleging liep van couveuse naar couveuse. Paniekerig keek ik om me heen, ik zou hem toch wel herkennen? Gelukkig was mijn man het aanknopingspunt. Die stond heel trots naast zo’n grote vissenkom waar ons piepkleine jongetje in lag. Er was al heel veel gebeurd in dat ene uur. Zo had hij een luier om (dat vond ik echt heel gek, dat iemand hem die luier om had gedaan en dat ik dat niet gezien had) en er zaten plakkertjes op zijn lijfje. Ondanks de draadjes en piepjes mocht ik hem vasthouden en proberen te laten drinken. Dat lukte voor geen meter. Al gauw moest hij toch terug in zijn bakkie en werd ik een verdieping hoger naar mijn kamer gebracht. Er was nog geen faciliteit voor mijn man om te blijven slapen. Die heeft zich toen stiekem op de vloer op een deken opgekruld en sliep meteen. Het was 06.00 u in de ochtend. Geen haar op mijn hoofd dacht aan slapen. IK HAD EEN BABY!
Met het eerste kind waar je voor zorgt, of je dit nou zelf op de wereld hebt gezet of niet, ontstaat er een nieuwe rol namelijk die van vader of moeder of verzorger. Je kunt boeken lezen van tevoren, filmpjes kijken op Youtube over de verzorging van kinderen en/of je kunt al veel ervaring hebben omdat je jongere broertjes of zusjes hebt. Echter de allereerste keer dat je daadwerkelijk zelf, helemaal alleen, verantwoordelijk bent voor het welzijn van een kleiner mens, is een bijzondere gebeurtenis. Je bent jezelf enorm bewust van alles wat je doet. Misschien ben je wat onzeker of alles wel goed gaat, zeker als het een piepklein baby’tje betreft. Of je blaakt van het zelfvertrouwen want je vindt kinderen geweldig en hebt altijd een leuke klik met ze. Toch, of je nou aan de ene of de andere kant van het spectrum zit, het blijft te gek dat je die verantwoording krijgt.
Hij moest een week in de couveuse, mijn kind en we hadden wat startproblemen met de voeding. Er werd mij al gauw duidelijk gemaakt dat ik ’s nachts echt niet hoefde te komen om hem eten te geven, dat deden ze daar zelf wel en dan kon ik “mijn krachten sparen voor thuis”. Ik was aan het kolven geslagen en vroeg de nachtzuster of ze mijn met moeite geperste 10 cc moedermelk naar de neonatologie wilde brengen. In de vroege ochtend kwam ik de afdeling op en zag in de ijskast mijn gele moedermelk nog staan. Hij had die nacht al wat kunstvoeding gehad dus mijn actie was voor niks geweest.
Het deed best zeer, die achteloosheid over mijn melk en het feit dat hij zonder ons medeweten al kunstvoeding had gekregen. Ik had eigenlijk helemaal geen idee wat er gebeurde als we niet bij hem waren maar daar was een oplossing voor. Met een (betaald) camerasysteem konden we hem zien. Zo zagen we ook dat de zon in zijn couveuse scheen en hij er met zijn gezichtje middenin lag. Manlief schoot meteen naar beneden om te vragen of hij in de schaduw kon staan.
Eenmaal thuis werd het natuurlijk gemakkelijker. Hij groeide als kool (we gaven hem zelfs te veel eten en hij dronk alles op) en werd een mooi vrolijk mannetje. Met nr. 2 en 3 gingen we een stuk relaxter om omdat we al vaker met het bijltje hadden gehakt.
De zorg voor onze schatten geven we niet zomaar uit handen. Dat geldt natuurlijk in de reguliere kinderopvang maar zeker ook voor onze nannies. Families vertrouwen op onze screening, inzicht en motivatie om met een nanny te gaan samenwerken. Een gedegen opleiding, een VOG en referenties zijn hierin erg belangrijk. We zijn er erg trots op dat gezinnen hun grootste goed indirect een beetje aan ons toevertrouwen en dat we met onze nannies een hoge kwaliteit van opvang aan huis bieden.
Voor iedere nanny die start bij een nieuw gezin is het spannend. Je krijgt de verantwoording over andermans kinderen. Een goede eerste indruk is de basis. De band die daarna wordt opgebouwd, met zowel kinderen als ouders, is vaak hecht en van lange duur.