Vanochtend rond een uur of zes kwam mijn oudste zoon naar beneden gestampt (hij vergeet iedere keer zachtjes te lopen en nu helemaal want hij was opgetogen). “ over hoeveel minuutjes gaan we, mama?”
Het is herfstvakantie in het Zuiden en zoals overal worden hier ook veel leuke activiteiten georganiseerd. Zo ook het “ Woudkamp”, een dagkampje voor kinderen van 6-12 jaar. Ze gaan met de boswachter mee fikkie stoken, water zuiveren en brood bakken. Super leuk!
“ Nou denk maar in uren, schat” zuchtte ik vanonder mijn deken, het vroege opstaan van mijn grootste jongen went nooit echt helemaal. Ik kan er wel de klok op gelijk zetten: meestal komt hij om 06:09 naar beneden toe, klaar om zijn dag te beginnen. En nu zeker!
We kwamen al op tijd aan en liepen samen met een andere moeder en haar twee zoons de berg op naar het kamp. De moeder vroeg zich af hoeveel kinderen er eigenlijk zouden komen vandaag. 50, zei ik. “ Oh nee hoor” zei de moeder direct. “Nee niks ervan. Dan neem ik ze meteen weer mee. 50 kinderen met maar 3 boswachters, dat wordt natuurlijk niks. En ik ken die van mij he, die halen natuurlijk allerlei ongein uit. Nee hoor, niks ervan.” Ze stond resoluut stil op het bospad. Haar twee jongetjes, met 23 graden buiten gehuld in een regenpak, keken angstig naar haar op. Ze zou toch niet echt beslissen dat ze er niet heen mochten?
“Wij gaan wel vaker naar de kindermiddagen hier”, vertelde ik. “Die zijn altijd goed geregeld. Er zullen vast wel meer mensen zijn om de kinderen te begeleiden, Brabants Landschap heeft altijd veel vrijwilligers.”
Ze aarzelde. De jongetjes stonden doodstil en zeiden niks. Mijn eigen jongetje nam opeens een ander bospad. “ Waar gaat die nou heen? Dit begint al lekker” snauwde moeders. “ Hij weet de weg” zei ik, “ zullen we gewoon maar even gaan kijken?”
We liepen verder de berg op. De jongetjes gingen nog maar niet te ver vooruit. Zoals ik mijn woorden zorgvuldig koos, zo kozen zij hun stappen met voorzichtigheid. Het was alsof iedere verkeerde move de nekslag kon geven: terug naar huis.
Bovenaan de berg rookte al een kampvuur. Er stonden twee hele grote tenten, er lag een grote berg takken. Er lagen berevellen om lekker op te gaan zitten. Er liepen wel 10 mensen rond, allemaal met hetzelfde groene shirt.
“ Wauw” zeiden de moeder en ik in koor. Dat zag er toch even geweldig uit!
Al gauw kwamen er meer kinderen en verloor ik de moeder even uit het oog. Van ieder kind werden er gegevens genoteerd en ze kregen een stoere hoofdband in de kleur van hun groepje. Mijn jongetje was meteen weg met zijn vriendjes. Maar kwam ook weer aanrennen toen de boswachter ze riep. Ze gingen beginnen en de ouders werden vanmiddag weer verwacht bij het ophalen.
Ik keek even of ik de moeder zag. Ze zag er wat meer ontspannen uit, had blijkbaar toch vertrouwen gekregen in de dag en zijn verloop. Ze gaf haar jongens nog even wat instructies: “ Luisteren he? Je weet wat er gebeurt als ik hoor dat je niet geluisterd hebt!” en daarna liepen we de berg weer af. “ Het zal mij benieuwen” zei ze nog even voordat ze haar auto in stapte.
Nog geen 20 minuten later, ik stond net in de supermarkt, had ik een gemiste oproep van een onbekend nummer met een voice mail erbij. Mijn zoon was in het meer gevallen en tot op zijn onderbroek nat. Of ik tijd had om een schone outfit te brengen?
Aan het einde van de middag was het tijd om hem op te halen. Daar aangekomen zaten alle kinderen te luisteren naar een verhalenverteller en stonden de ouders bij elkaar even te wachten. De regenpakmoeder zocht mij even op. “Ja, ik lag net op bed vanmiddag, toen ik werd gebeld; hij was in het meer gevallen bij het water halen! Tja daar is zo’n regenpak natuurlijk niet tegen bestand. En hij wist dat ik mijn slaap goed kon gebruiken, dus hij voelde zich natuurlijk echt schuldig. Maar goed kan ie niets aan doen he, ik kan hem moeilijk in z’n natte pak rond laten lopen. Dus toen was ik goed en wel weer thuis en kon ik na drie kwartier weer. Van slapen is dus niks gekomen, maar ja. Ze hebben het leuk gehad!”
En dat was dat. Twee verschillende moeders, met twee jongetjes die toevallig (de rest was wel droog gebleven) allebei een plons maakten. De een met een nonchalance waar je u tegen zegt; hij had zelfs zijn laarzen die tot de rand vol met water zaten aangehouden tot ik er was. (ja ik weet het, daar ligt een opvoedtaak in de zelfstandigheid) De ander wat minder zorgeloos; hij was zich bewust van het feit dat hij zijn moeders programma in de war had geschopt. Maar beide mannetjes waren losgelaten en hadden een fantastische dag achter de rug. Want dat vonden de moeders het belangrijkste!
(met een dikke shout out naar Brabants Landschap voor de enorm toffe dag! Check www.weekvanhetlandschap.nl voor meer informatie over activiteiten bij jou in de buurt)